Rouw is een reactie waarbij vaak onvoorspelbare gevoelens komen kijken. Iedereen reageert anders op een verlies. Rouw wordt in de Van Dale omschreven als: “bedroefdheid, met name vanwege een sterfgeval”. Bedroefdheid is echter slechts een van de vele emoties die naar voren komen na het overlijden van een dierbare. In de periode na het verlies kunnen er vele psychische klachten ontstaan. Je kunt je intens alleen gaan voelen en nergens zin meer in hebben. Er kunnen zich schuldgevoelens ontwikkelen en dromen of nachtmerries over het verlies. Je kunt je rusteloos en verward voelen en de overledene steeds maar denken te zien, horen of voelen. Ook kunnen emoties juist ontbreken en dit kan soms nog beangstigendere zijn dan andere gevoelens. De klachten die voorkomen bij rouw komen sterk overeen met de klachten die mensen met een depressie hebben. Het verschil tussen rouw en depressie is echter heel groot. Sterker nog, er mag geen depressie worden vastgesteld als er sprake is van rouw.
Ook lichamelijke klachten komen vaak voor bij iemand die in de rouw is. Je bent moe, slaapt slecht, hebt weinig of geen eetlust, je kunt je moeilijk concentreren, hebt last van hoofdpijn, buikpijn, hartkloppingen of andere lichamelijke pijnen. Rouwen is hard werken om te leren omgaan met het verlies en alle emoties die erbij komen kijken. Er moet een nieuw evenwicht gezocht worden of het nu gaat om het verlies van een dierbare of een scheiding of ontslag.